Vandaag is het tijd om het leuke hotel in Athenry te verlaten en meer richting het zuiden te gaan, naar Killarney. Dit doen we door de Wild Atlantic Way zoveel mogelijk te volgen, waarbij we ook een van de bekendste trekpleisters gaan bezoeken, de Cliffs of Moher.
Zodra we in de buurt van de kust komen is dit de dag dat we na vrijwel elke bocht “Ohhhhh” en “Waaaauuuuuw” roepen, zo onbeschrijfelijk mooi zijn de uitzichten die je elke keer hebt. Elke keer net even iets anders, maar zo wonderschoon. Je ziet het wel op de foto’s. Het is ook heerlijk rustig op de weg, we hebben het goede moment voor onze reis uitgekozen, het is prachtig weer, buiten de vakantieperiode en dat is maar goed ook, want de Wild Atlantic Way die we vandaag rijden heeft op veel plekken maar net genoeg ruimte om met 2 auto’s naast elkaar te kunnen rijden en soms ook net niet (of dat lijkt, omdat je ook nog links rijdt).
We buigen een klein stukje van de Wild Atlantic Way af en bezoeken de Aillwee Cave, een flinke grot die ontdekt is in 1944, met een gids. Ook deze gids is super enthousiast en vriendelijk en halverwege de grot gaat de zaklamp van de gids even uit. Het is hier zo donker, dat je geen hand voor ogen ziet en na een tijdje gedesoriënteerd kan raken. Het kleine restaurantje dat er bij zit heeft ook een dakterras en daar gaan wij als enige zitten, wat een geweldig uitzicht heb je daar ! Vlak voor de grot ingingen was er een flinke regenbui, maar het is inmiddels droog en de zon komt er weer aan.
We vervolgen weer de Wild Atlantic Way en stoppen af en toe op een uitzichtpunt om van het uitzicht te genieten en wat foto’s te maken. 1 ervan is een strand, Fanore Beach. Best apart om een strand tegen te komen, want heel de kust is behoorlijk rotsachtig. Ook leuk, er staat voor de ingang van de parkeerplaats een groep kinderen te gymen/sporten. Dat vergeet je wel in deze omgeving, er staan sporadisch een paar huizen, veelal verspreid ook over de heuvels, maar die kids moeten natuurlijk ook gewoon naar school en krijgen gymles.
Bij aankomst bij de Cliffs of Moher is wel duidelijk dat dit 1 van de grote toeristische trekpleisters is. Een groot parkeerterrein, een groot bezoekerscentrum, maar het valt in het niet bij de grootsheid van de kliffen zelf. En het waait hier ook flink De kliffen bestaan uit kalksteen en strekken zich uit over een lengte van acht kilometer aan de Ierse westkust, tussen de dorpen Doolin en Liscannor. Op de foto’s is niet goed te zien hoe hoog en machtig ze zijn en hoe klein wij mensen zijn vergeleken bij deze wonderschone natuur. De Cliffs of Moher moet je gezien hebben als je Ierland bezoekt, dat is wel duidelijk. Er staan overal borden dat je niet te dicht bij de rand van de kliffen moet komen (soms brokkelt er wat kalksteen af) en dat je op het pad moet blijven, maar we zien een malloot die aan de rand push-ups doet terwijl hij door iemand anders gefilmd wordt.
Rond 17:30 uur vertrekken we weer en rijden richting Limerick, een plaats waar de later in de reis ook nog een nacht slapen. Als we Limerick voorbij zijn hebben we toch wel trek om iets te eten, maar we zitten op de Motorway. Last minute besluiten we bij een afslag richting Bunratty te rijden, want daar is vast wel een restaurantje. Bunratty blijkt een kasteel te hebben en daarnaast zit een pub, Durty Nelly’s.
Wat blijkt, dit is een enorm bekende pub, die al sinds 1620 bestaat en ook bij Amerikaanse vakantiegangers enorm bekend blijkt te zijn en aanbevolen wordt. Er is in een zaaltje ook een prive-feest aan de gang en hier is live Irish folk muziek die we kunnen horen. We besluiten voor het echte Ierse Fish & Chips te gaan met daarna een heerlijk dessert. Dan komt het volgende toevalligheidje, Richard speelt het spel Ingress en had voordat we vertrokken in een chat contact gehad met een stel uit Duitsland die hetzelfde spel speelt en op precies dezelfde dagen als wij dezelfde reis gingen maken, ook geboekt via Travelbird, maar ze zaten in andere hotels. In het spel zagen we regelmatig dat ze wel redelijk in de buurt waren van ons of ook ergens geweest waren, maar we hadden ze niet ontmoet. In het spel zag Richard dat ze ook bij het kasteel in Bunratty waren geweest die dag en stuurde Richard ze een berichtje hierover. Wat bleek, wij zaten in Durty Nelly’s boven te eten en zij zaten beneden in dezelfde pub Uiteraard hebben we ze toen even gesproken, want dit was wel erg toevallig.
Na het eten begon het langzaamaan donker te worden en de rit naar Killarney was vooral een donkere tunnel met 90 km per uur met af en toe een dorpje, waarbij we vrij weinig zagen. Wat we gemist hebben zagen we een paar dagen later toen we van Killarney terug reden naar Limerick, vergezichten, bruggen en heel veel groen. Toch jammer dat je dat in het donker niet echt in de gaten hebt
Net buiten Killarney ligt het Innisfallen Hotel waar we 2 nachten verblijven. Een behoorlijk saai hotel met de slechtste WiFi-verbinding van onze vakantie.